Drie niveaus in de klas moet te doen zijn, aldus de geleerden op het gebied van onderwijs. Wat houdt werken op drie niveaus precies in? En wat houdt het níet in?
Een blik op het werken in drie niveaus.
Gepaste instructie
Een leerling dient volop aandacht te krijgen. Alles wat er in de les zit, moet voor deze leerling optimaal te gebruiken zijn. Het leerrendement, zoals dat genoemd wordt, moet hoog zijn. Maar hoe zorg je voor een hoog leerrendement?
Juist. Door af te stemmen op de individuele behoefte van een leerling.
Maar in een klas van dertig kinderen is het in een les van 60 minuten niet te doen om iedereen individuele aandacht te geven. Gelukkig zijn de geleerden het daarover eens. Maar door te clusteren naar onderwijsbehoeften kan de leerkracht wel gepaste instructie geven.
Drie niveaus zijn op die manier in te delen. Daarbij is er een zwak niveau, een basis niveau en een hoog niveau.
Zwak niveau
Het zwakke niveau is het niveau dat niet goed mee kan komen met de basisinstructie. Het is vaak een kleine groep van kinderen die het niet snapt. In het leerlingvolgsysteem is te zien dat deze kinderen veel IV en V scores hebben. Ze zijn niet dom, maar ze hebben gewoon meer behoefte aan instructie op maat. Het kan zijn dat dit op het gebied van bepaalde strategieën is, maar gemiddeld genomen heeft een kind dat op een bepaald vak zwak is, met meerdere vakken moeite.
Basis niveau
Het basisniveau is het niveau dat iedereen aan zou moeten kunnen. Het is het niveau dat de leerkracht hanteert. Gemiddeld, zou je kunnen zeggen: mavo-niveau. Het is dan ook het niveau dat methodes hanteren om te vertrekken.
Het basisniveau zal voller zitten dan het zwakke en hoge niveau. De meeste kinderen in de klas hebben voldoende aan de instructie op basisniveau en kunnen daarmee prima uit de voeten.
Hoog niveau
Een aantal kinderen in de klas zal boven de stof zitten. Ze zijn slimmer dan de kinderen in het basisniveau en hebben veel meer uitdaging nodig. Zij werken aan de hand van een aangepast programma. Ze maken minder van de basisstof en kunnen eerder aan moeilijker materiaal gaan. Dat is vaak meegeleverd met methodes of moet door de leerkracht zelf bij elkaar worden gezocht.
Drie niveaus in de klas hanteren
Als leerkracht kun je de drie niveaus in de klas optimaal hanteren. Door gebruik te maken van een goede instructie kunnen alle kinderen direct de instructie krijgen die ze nodig hebben. De basisgroep gaat dan zelfstandig aan het werk na die instructie en de zwakke groep krijgt dan extra aandacht. Als deze uiteindelijk ook zelfstandig werken, krijgt de hoge groep aandacht. Zo worden drie niveaus in een uur tijd gevisiteerd.
Wat is niet de bedoeling?
Wat helaas vaak wel gebeurt is dat het zwakke niveau vol komt te zitten met extra kinderen die nog zwakker zijn. Zo zwak dat ze eigenlijk ook niet bij de zwakke groep horen. Individuele handelingsplannen krijgen zo veel meer ruimte in de klas en de leerkracht wordt gek: hij moet zich in drieën splitsen om op drie niveaus instructie te geven, maar in het zwakke niveau moet hij zich weer in meerdere splitsen.
Individuele handelingsplannen zouden uit de klas moeten worden gehaald door een remedial teacher of een vrije leerkracht, maar houden een effectieve les wel tegen.